Christendom
Lees de inleidende tekst op de pagina 'Christendom', beantwoord daarna de volgende vragen.
48. A. Is het Christendom monotheïstisch of polytheïstisch?
48. B. Waar staat het beeld ‘de verlosser’?
Lees de inleidende tekst op de pagina 'Kenmerken', beantwoord daarna de volgende vragen.
49. A. Wat zijn de drie vormen van god?
49. B. Wie was Jezus Christus volgens de christenen?
50. De bijbel bestaat uit twee delen.
A. Het oude testament is vergelijkbaar met welk boek van het jodendom?
B. Waar bestaat het nieuwe testament uit?
C. Wie zijn de schrijvers van het Nieuwe Testament?
51. A. Wat betekent het woord ‘kerk’?
51. B. Wie leidt de mis?
52. A. Wie is de leider van de katholieken?
52. HAVO VRAAG: Leg uit wat het verschil is tussen de protestanten en de katholieken.
53. A. Wat deed Maarten Luther?
53. HAVO VRAAG: Zoek op internet waarom Maria veel minder belangrijk is bij de protestanten dan bij de katholieken.
54. A. Noem twee belangrijke feestdagen van het christendom.
54. B. Waar in Nederland vieren de mensen Carnaval?
54. HAVO VRAAG: Zoek op internet hoe het komt dat juist in die delen van Nederland Carnaval wordt gevierd.
Lees de inleidende tekst op de pagina 'Het verhaal van Jezus', beantwoord daarna de volgende vragen.
55. Jezus verrichte velen wonderen.
A. Noem twee wonderen die Jezus verrichtte.
B. Zoek op. Wat is een 'draagbaar'?
HAVO VRAAG: Deze wonderen beïnvloedde de mensen op twee manieren. Welke?
HAVO VRAAG: Geef van beidde manieren een voorbeeld.
HAVO VRAAG: Bij het verhaal "De doden leven" lees je dat het volk door een grote vrees bevangen was. Wat wordt hiermee bedoeld?
56. A. Zoek op. Wat is een denari?
56. B. De apostelen kochten vijf broden en twee vissen. Toch konden ze hier vijfduizend mensen mee voeden. Leg uit hoe dit kon.
57. Begrippenlijst
Zoek de volgende begrippen op uit het kopje 'Jodendom' en zet deze in je begrippenlijst.
- Synagoge
- Rabbijn
- Het uitverkorene volk
- Exodus
Zoek de volgende begrippen op uit het kopje 'Christendom' en zet deze in je begrippenlijst.
- Messias
- Maarten Luther
- Drie-eenheid
- Jezus Christus
Lees de tekst onder het kopje 'Actualiteit' en lees het journaal 'De nieuwe paus Franciscus', beantwoord daarna de volgende vraag.
58. Schrijf een artikel over de nieuwe paus. Het artikel moet minimaal 100 en maximaal 200 woorden hebben. Verwerk de volgende vragen in je antwoord.
- Waarom heeft de nieuwe paus de naam ‘Franciscus gekozen’?
- Wat vind je van het ‘idee’ achter de naam?
- Wat is het doel van de nieuwe paus?
- Wat vind je hiervan? Waarom vind je dat?
48. A. Is het Christendom monotheïstisch of polytheïstisch?
48. B. Waar staat het beeld ‘de verlosser’?
Lees de inleidende tekst op de pagina 'Kenmerken', beantwoord daarna de volgende vragen.
49. A. Wat zijn de drie vormen van god?
49. B. Wie was Jezus Christus volgens de christenen?
50. De bijbel bestaat uit twee delen.
A. Het oude testament is vergelijkbaar met welk boek van het jodendom?
B. Waar bestaat het nieuwe testament uit?
C. Wie zijn de schrijvers van het Nieuwe Testament?
51. A. Wat betekent het woord ‘kerk’?
51. B. Wie leidt de mis?
52. A. Wie is de leider van de katholieken?
52. HAVO VRAAG: Leg uit wat het verschil is tussen de protestanten en de katholieken.
53. A. Wat deed Maarten Luther?
53. HAVO VRAAG: Zoek op internet waarom Maria veel minder belangrijk is bij de protestanten dan bij de katholieken.
54. A. Noem twee belangrijke feestdagen van het christendom.
54. B. Waar in Nederland vieren de mensen Carnaval?
54. HAVO VRAAG: Zoek op internet hoe het komt dat juist in die delen van Nederland Carnaval wordt gevierd.
Lees de inleidende tekst op de pagina 'Het verhaal van Jezus', beantwoord daarna de volgende vragen.
55. Jezus verrichte velen wonderen.
A. Noem twee wonderen die Jezus verrichtte.
B. Zoek op. Wat is een 'draagbaar'?
HAVO VRAAG: Deze wonderen beïnvloedde de mensen op twee manieren. Welke?
HAVO VRAAG: Geef van beidde manieren een voorbeeld.
HAVO VRAAG: Bij het verhaal "De doden leven" lees je dat het volk door een grote vrees bevangen was. Wat wordt hiermee bedoeld?
56. A. Zoek op. Wat is een denari?
56. B. De apostelen kochten vijf broden en twee vissen. Toch konden ze hier vijfduizend mensen mee voeden. Leg uit hoe dit kon.
57. Begrippenlijst
Zoek de volgende begrippen op uit het kopje 'Jodendom' en zet deze in je begrippenlijst.
- Synagoge
- Rabbijn
- Het uitverkorene volk
- Exodus
Zoek de volgende begrippen op uit het kopje 'Christendom' en zet deze in je begrippenlijst.
- Messias
- Maarten Luther
- Drie-eenheid
- Jezus Christus
Lees de tekst onder het kopje 'Actualiteit' en lees het journaal 'De nieuwe paus Franciscus', beantwoord daarna de volgende vraag.
58. Schrijf een artikel over de nieuwe paus. Het artikel moet minimaal 100 en maximaal 200 woorden hebben. Verwerk de volgende vragen in je antwoord.
- Waarom heeft de nieuwe paus de naam ‘Franciscus gekozen’?
- Wat vind je van het ‘idee’ achter de naam?
- Wat is het doel van de nieuwe paus?
- Wat vind je hiervan? Waarom vind je dat?