Vragen Hindoeïsme
Ga naar: Menu>Hindoeïsme>Hindoeïsme. Lees de tekst op de pagina en bekijk het filmpje 'Tikka', beantwoord daarna de volgende vragen.
12. A.Waar is het hindoeïsme ontstaan?
12. B. Leg uit wat het verschil is tussen het christendom en het hindoeïsme.
13. A. Is het hindoeïsme een polytheïstisch of een monotheïstisch geloof?
13. B. Leg je antwoord van A uit.
13. C. Wat heeft de 'Tikka' uit het filmpje te maken met het geloof van de hindoes?
Ga naar: Menu>Hindoeïsme>Kenmerken. Lees de tekst op de pagina, beantwoord daarna de volgende vragen.
14. A. In India leven de mensen in kasten. Leg uit wat dit inhoudt.
14. B. Het kastenstelsel. In de Indiase samenleving is niet iedereen gelijk. Je hebt verschillende klassen of standen. Die verschillende klassen worden kasten genoemd. Er zijn vier verschillende kasten.
Zoek op internet de volgende kasten op en vul in wie in deze kaste horen. Leg in ongeveer 3 - 5 zinnen uit wat de kaste inhoudt.
12. A.Waar is het hindoeïsme ontstaan?
12. B. Leg uit wat het verschil is tussen het christendom en het hindoeïsme.
13. A. Is het hindoeïsme een polytheïstisch of een monotheïstisch geloof?
13. B. Leg je antwoord van A uit.
13. C. Wat heeft de 'Tikka' uit het filmpje te maken met het geloof van de hindoes?
Ga naar: Menu>Hindoeïsme>Kenmerken. Lees de tekst op de pagina, beantwoord daarna de volgende vragen.
14. A. In India leven de mensen in kasten. Leg uit wat dit inhoudt.
14. B. Het kastenstelsel. In de Indiase samenleving is niet iedereen gelijk. Je hebt verschillende klassen of standen. Die verschillende klassen worden kasten genoemd. Er zijn vier verschillende kasten.
Zoek op internet de volgende kasten op en vul in wie in deze kaste horen. Leg in ongeveer 3 - 5 zinnen uit wat de kaste inhoudt.
|
14. C. Er is ook nog een speciale groep, de onaanraakbaren. Deze worden in India 'paria's genoemd. Zoek ook iets op over deze vijfde groep.
|
14. D. Het kastenstelsel en reïncarnatie. Dit is een invulopdracht. Zet in een document de cijfers met daarachter het goede antwoord.
Je kunt kiezen uit: ziel / hogere / kaste / reïncarnatie / geboorte
Hindoes geloven in ……….1………. Dit wil zeggen dat de ……….2………. van een dier of mens na de dood het lichaam verlaat en na verloop van tijd opnieuw geboren wordt in het lichaam van een ander levend wezen. De ……….3……….waarin je terecht komt heeft alles te maken met hoe je in je vorige leven hebt geleefd. Als je in een vorig leven goed hebt geleefd keer je terug in een ……….4………. kaste. Alleen door ……….5……….. Kun j tot een bepaalde kaste behoren. De kaste waartoe je behoort, kun je tijdens je leven niet verlaten.
15. A. In het hindoeisme is dharma een van de belangrijkste dingen. Denk eens na wat je al weet van het christendom en de islam. Waar zou je dharma dan mee kunnen vergelijken?
15. B. Leg in je eigen woorden uit wat karma is.
15. C. Heb jij wel eens iets aan je karma gedaan? Geef hier een voorbeeld van.
16. A. Heel veel mensen denken dat hindoes geen koeien eten omdat dit een reïncarnatie is van hun voorouders. Dit is niet waar. Noem drie redenen waarom de hindoes geen koeien eten.
16. B. Wat is een andere benaming voor de koe door grote hindoe geleerden?
16. C. Er zijn meerdere religies waarbij er speciale eetgewoontes zijn.
16. D. Zoek op internet een andere religie met speciale eetgewoontes. Schrijf kort en bondig op wat je hierover hebt gevonden.
17. A. Het hindoeïsme kent heel veel goden. Je hebt net gelezen over de drie belangrijkste goden van het hindoeïsme. Zoek op internet nog twee goden uit het hindoeïsme.
17. B. Geef bij allebei de goden aan wat ze doen of waar ze voor staan.
Ga naar: Menu>Hindoeïsme>Het verhaal van Ganesha. Lees de tekst op de pagina, beantwoord daarna de volgende vragen.
18. A. Van welke god is Ganesha de zoon?
18. B. Zoek op internet of de moeder van Ganesha ook een god(in) is.
18. C. Wanneer bidden hindoes tot Ganesha?
19. A. Ganesha heeft het hoofd van een dier. Welke dierenhoofd heeft Ganesha?
19. B. Leg uit hoe Ganesha aan dit dierenhoofd komt.
20. A. Er is nog een god in het hindoeïsme die als dier wordt afgebeeld. Dit is de apengod.
Zoek op internet op hoe de apengod heet.
20. B. Waarom bidden hindoes tot deze apengod?
21. Open het document 'begrippenlijst levensbeschouwing'. Zoek de volgende begrippen op en zet deze erbij. Leg uit wat de begrippen betekenen.
- Hindoeïsme
- Verlichting
- Kasten
- Reïncarnatie
Ga naar: Menu>Hindoeïsme>Actualiteit. Lees de tekst op de pagina en bekijk het filmpje 'Kasten', beantwoord daarna de volgende vraag.
22. Wat vind jij van het kastenstelsel?
Geef in een artikel van ongeveer minimaal 100 tot maximaal 200 woorden je mening over het kastenstelsel. In het artikel beschrijf je minimaal één voordelen en minimaal één nadeel van het kastenstelsel.
Daarna geef je jouw mening. Je geeft argumenten voor jou mening. Als je niet meer weet wat een argument precies is, vraag het aan een klasgenoot!
Verwerk de volgende vragen in je verslag:
- Waarom hebben onaantastbaren geen rechten?
- Vind je dat brahmanen de onaantastbaren moeten helpen?
- Vind je het goed dat er een kastenstelsel is in India?
- Noem een voordeel van het kastenstelsel.
- Noem een nadeel van het kastenstelsel.
Tip: Als je de antwoord op een vraag niet weet, zoek dan op internet, misschien vind je daar nog extra informatie.
Je kunt kiezen uit: ziel / hogere / kaste / reïncarnatie / geboorte
Hindoes geloven in ……….1………. Dit wil zeggen dat de ……….2………. van een dier of mens na de dood het lichaam verlaat en na verloop van tijd opnieuw geboren wordt in het lichaam van een ander levend wezen. De ……….3……….waarin je terecht komt heeft alles te maken met hoe je in je vorige leven hebt geleefd. Als je in een vorig leven goed hebt geleefd keer je terug in een ……….4………. kaste. Alleen door ……….5……….. Kun j tot een bepaalde kaste behoren. De kaste waartoe je behoort, kun je tijdens je leven niet verlaten.
15. A. In het hindoeisme is dharma een van de belangrijkste dingen. Denk eens na wat je al weet van het christendom en de islam. Waar zou je dharma dan mee kunnen vergelijken?
15. B. Leg in je eigen woorden uit wat karma is.
15. C. Heb jij wel eens iets aan je karma gedaan? Geef hier een voorbeeld van.
16. A. Heel veel mensen denken dat hindoes geen koeien eten omdat dit een reïncarnatie is van hun voorouders. Dit is niet waar. Noem drie redenen waarom de hindoes geen koeien eten.
16. B. Wat is een andere benaming voor de koe door grote hindoe geleerden?
16. C. Er zijn meerdere religies waarbij er speciale eetgewoontes zijn.
16. D. Zoek op internet een andere religie met speciale eetgewoontes. Schrijf kort en bondig op wat je hierover hebt gevonden.
17. A. Het hindoeïsme kent heel veel goden. Je hebt net gelezen over de drie belangrijkste goden van het hindoeïsme. Zoek op internet nog twee goden uit het hindoeïsme.
17. B. Geef bij allebei de goden aan wat ze doen of waar ze voor staan.
Ga naar: Menu>Hindoeïsme>Het verhaal van Ganesha. Lees de tekst op de pagina, beantwoord daarna de volgende vragen.
18. A. Van welke god is Ganesha de zoon?
18. B. Zoek op internet of de moeder van Ganesha ook een god(in) is.
18. C. Wanneer bidden hindoes tot Ganesha?
19. A. Ganesha heeft het hoofd van een dier. Welke dierenhoofd heeft Ganesha?
19. B. Leg uit hoe Ganesha aan dit dierenhoofd komt.
20. A. Er is nog een god in het hindoeïsme die als dier wordt afgebeeld. Dit is de apengod.
Zoek op internet op hoe de apengod heet.
20. B. Waarom bidden hindoes tot deze apengod?
21. Open het document 'begrippenlijst levensbeschouwing'. Zoek de volgende begrippen op en zet deze erbij. Leg uit wat de begrippen betekenen.
- Hindoeïsme
- Verlichting
- Kasten
- Reïncarnatie
Ga naar: Menu>Hindoeïsme>Actualiteit. Lees de tekst op de pagina en bekijk het filmpje 'Kasten', beantwoord daarna de volgende vraag.
22. Wat vind jij van het kastenstelsel?
Geef in een artikel van ongeveer minimaal 100 tot maximaal 200 woorden je mening over het kastenstelsel. In het artikel beschrijf je minimaal één voordelen en minimaal één nadeel van het kastenstelsel.
Daarna geef je jouw mening. Je geeft argumenten voor jou mening. Als je niet meer weet wat een argument precies is, vraag het aan een klasgenoot!
Verwerk de volgende vragen in je verslag:
- Waarom hebben onaantastbaren geen rechten?
- Vind je dat brahmanen de onaantastbaren moeten helpen?
- Vind je het goed dat er een kastenstelsel is in India?
- Noem een voordeel van het kastenstelsel.
- Noem een nadeel van het kastenstelsel.
Tip: Als je de antwoord op een vraag niet weet, zoek dan op internet, misschien vind je daar nog extra informatie.