Kenmerken
Verlichting
De uiteindelijke bestemming van de mens ligt volgens het hindoeïsme niet in onze wereld. Maar in een goddelijke wereld. Als je naar deze goddelijke wereld toe wilt moet je ‘volmaakt’ zijn. Dit volmaakt zijn heet verlichting.
Kasten
Een kaste is een soort groep/klasse. Iedere familie is ingedeeld in een kaste. En iedere kaste heeft zijn eigen regeltjes. Om verlichting te bereiken moet je je goed houden aan de regeltjes. Je moet ook trouwen met iemand uit dezelfde kaste. Een voorbeeld van een kaste is de ‘Shudra's’. Dit is de kaste van de burgers en de arbeiders.
Overal in Pakistan en India heeft het hindoeïsme een andere vorm. Maar er zijn drie uitgangspunten die belangrijk zijn voor alle hindoes.
1. Dharma: Dit is de eeuwige wetmatigheid die in alle dingen en wezens werkzaam is. Dhrama zit overal in. Het zit in mensen, dieren, planten en rivieren. Dharma zorgt ervoor dat het water in de rivieren blijft stromen. En de bomen in de lente groen worden. Maar Dharma zit ook in mensen. Het zijn plichten en wetten waar iedereen zich aan moet houden.
2. Karma: Karma kan je letterlijk vertalen als ‘actie’ of ‘daad’. Door goede daden krijg je een goede karma. Dan zal je in een volgend leven een beter leven hebben.
3. Vesta’s: Dit zijn de heilige geschriften van het hindoeïsme. Deze teksten zijn goed bedoeld. Maar ze kunnen ook gevaarlijk zijn als ze verkeerd worden gelezen. Daarom mogen alleen geestelijken deze lezen.
Reïncarnatie
Reïncarnatie betekent de wedergeboorte van de ziel. Hindoes geloven dat je ziel opnieuw geboren kan worden. Dit gebeurt dan in een nieuw lichaam. Het is de bedoeling dat je door karma in je volgende leven een beter persoon wordt. Als je in het leven veel goede dingen doet en dan sterft. Kom je in je volgende leven in een hogere kaste.
Mandir
Een mandir is een hindoeïstische tempel. Je kunt het vergelijken met een kerk of een moskee. Iedere god heeft zijn eigen mandir. Er zijn dus heel veel mandir’s. In de mandir is een spreekstoel. Hier leest een brahman de heilige geschriften voor.
De uiteindelijke bestemming van de mens ligt volgens het hindoeïsme niet in onze wereld. Maar in een goddelijke wereld. Als je naar deze goddelijke wereld toe wilt moet je ‘volmaakt’ zijn. Dit volmaakt zijn heet verlichting.
Kasten
Een kaste is een soort groep/klasse. Iedere familie is ingedeeld in een kaste. En iedere kaste heeft zijn eigen regeltjes. Om verlichting te bereiken moet je je goed houden aan de regeltjes. Je moet ook trouwen met iemand uit dezelfde kaste. Een voorbeeld van een kaste is de ‘Shudra's’. Dit is de kaste van de burgers en de arbeiders.
Overal in Pakistan en India heeft het hindoeïsme een andere vorm. Maar er zijn drie uitgangspunten die belangrijk zijn voor alle hindoes.
1. Dharma: Dit is de eeuwige wetmatigheid die in alle dingen en wezens werkzaam is. Dhrama zit overal in. Het zit in mensen, dieren, planten en rivieren. Dharma zorgt ervoor dat het water in de rivieren blijft stromen. En de bomen in de lente groen worden. Maar Dharma zit ook in mensen. Het zijn plichten en wetten waar iedereen zich aan moet houden.
2. Karma: Karma kan je letterlijk vertalen als ‘actie’ of ‘daad’. Door goede daden krijg je een goede karma. Dan zal je in een volgend leven een beter leven hebben.
3. Vesta’s: Dit zijn de heilige geschriften van het hindoeïsme. Deze teksten zijn goed bedoeld. Maar ze kunnen ook gevaarlijk zijn als ze verkeerd worden gelezen. Daarom mogen alleen geestelijken deze lezen.
Reïncarnatie
Reïncarnatie betekent de wedergeboorte van de ziel. Hindoes geloven dat je ziel opnieuw geboren kan worden. Dit gebeurt dan in een nieuw lichaam. Het is de bedoeling dat je door karma in je volgende leven een beter persoon wordt. Als je in het leven veel goede dingen doet en dan sterft. Kom je in je volgende leven in een hogere kaste.
Mandir
Een mandir is een hindoeïstische tempel. Je kunt het vergelijken met een kerk of een moskee. Iedere god heeft zijn eigen mandir. Er zijn dus heel veel mandir’s. In de mandir is een spreekstoel. Hier leest een brahman de heilige geschriften voor.
De heilige koe
Al heel erg lang zijn koeien heel belangrijk voor hindoes. Overal waar je heen gaat in India, zie je koeien door straten lopen. Een hindoe zal een koe nooit kwaad doen of doden. Ze eten ook geen rundvlees. De heilige koe is heilig om 3 redenen; 1. De werkkracht op het platteland. Het zijn trekdieren. 2. Ze geven melk 3. Ze leveren mest De koe heeft ervoor gezorgd dat het hindoeïsme zich kon verspreiden in India. De koe staat dus centraal in het hindoeïsme. Grote hindoe geleerden noemen de koe ook wel ‘de moeder der schepselen’. Niemand mag een koe kwaad doen in India. Daar staan boetes en soms zelfs gevangenisstraffen op. |
Je ziet hier op de foto een koe lopen in India. De koe mag gewoon op straat lopen, er is niemand die de koe pijn doet, dat mag niet.
|
Op deze foto zie je de god Visnu.
|
Goden
Het hindoeïsme is een verzameling van verschillende natuurgodsdiensten. Er zijn heel veel goden. Hindoes gaan op een speciale manier om met hun goden. Bekijk daarom het volgende filmpje over goden. De drie belangrijkste goden zijn: 1. Brahma: Dit is de schepper van het universum 2. Shiva: Deze god zorgt voor het welzijn van de mensen 3. Visnu: Is onderhoudend en zorgzaam 'Pudja' is het dagelijks verzorgen van de goden. Dit doe je door de beeldjes te wassen. Bloemen te kopen voor de beelden. En door te bidden. Brahmanen zijn heel de dag bezig met Pudja. |
Feesten
Iedere god heeft zijn eigen feest. Er zijn dus ontzettend veel feesten. Iedere hindoe heeft zijn favoriete feest. Dit feest hoort bij zijn favoriete god. Er zijn twee feesten die voor alle hindoes belangrijk zijn;
Iedere god heeft zijn eigen feest. Er zijn dus ontzettend veel feesten. Iedere hindoe heeft zijn favoriete feest. Dit feest hoort bij zijn favoriete god. Er zijn twee feesten die voor alle hindoes belangrijk zijn;
- Holi: Dit is een uitbundig voorjaarsfeest. Dit feest staat in het teken van Vishnu.
- Divali: Ook wel het lichtfeest genoemd. Alle hindoes vieren dit feest op de donkerste nacht van het jaar.